Wij
woonden in de jaren zestig in Rijswijk bij Den Haag. Bij ons in de
buurt werden op gegeven moment drie grote flats gebouwd. Daar werden
vibropalen geheid met de klassieke vibroheimachines. Ik stond daar elke
woensdagmiddag, als ik vrij was van de lagere school, of in de
schoolvakanties, wel te kijken. De Arbo bestond nog niet, dus kon het
gebeuren dat een van de heiers op een ielig plankje naar boven werd
gehesen om het elastiek van het heiblok te vervangen. Hiermee de slag
lengte van het heiblok geregeld, een slap elastiek voor de korte slagen
in het begin en een strakker elastiek voor de langere slagen. Als de
buispaal op diepte was geheid, werd de betonmolen aangezet. Om de
betonmolen lagen hopen grind en zand en stapels zakken cement. De beton
werd ter plekke gemengd, werd in de kubel op rails gestort en daarna in
de buis gestort, waar eerst een wapeningskorf in werd gehangen. Daarna
werd de buis uit de grond geheid. Toen ik dit voor het eerst zag, was
ik toch wel wat verbaasd. Later begreep ik wel hoe het in elkaar stak.
Op andere plekken in Rijswijk werd ook gebouwd, maar daar gingen prefab
betonpalen de grond in. En daar werden Hollandse heistellingen voor
gebruikt met stoomheiblokken van Menck of van Werkhuizen Nilens,
Peutie, België (dat ligt in de buurt van Vilvoorde, ten noorden van
Brussel). De Franstalige versie kwam ook voor: Ateliers Nilens, Peutin,
Belgique. De Menckblokken vond ik eleganter, de Nilensblokken
robuuster. De Haarlemse fabriek Figee heeft ook stoomblokken gemaakt,
volgens mij in licentie van Menck, want ze zagen er eender uit.
De laatste vibrostomer die ik heb gezien en gehoord was voor de Ton
Menkenhal in Rotterdam, naast het stationsemplacement. Dat was in
1977-1978. Hier waren ook twee persluchtmachines aan het werk (American
Hoist). Met deze twee werden o.a. trekpalen gemaakt. Daartoe ging er
een dikke stalen trekstaaf in de buis. De stomer werd gebruikt voor
vibro casingpalen, een wapeningskorf met een stalen koker (de casing)
eromheen gelast. Daarna heb ik geen vibrostomers meer in werking gezien.
In 1987 werd de fundering voor de nieuwe spoorweghefbrug over de Gouwe
in Gouda gebouwd. Voor de oostelijke oeverpijler werd een drijvende
stoombok van Dirk Verstoep gebruikt met een zes-tons Nilensblok. Ik
woon zelf in Waddinxveen, dus stapte ik regelmatig op de fiets om bij
dit heiwerk te kijken. Ik ben ook een keertje bij Dirk Verstoep in
Gouderak op de werf wezen kijken, waar nog andere relicten uit de
stoomtijd lagen en stonden. Voor de fundering van de oostelijke
heftorens werd een andere drijvende bok gebruikt met een Menckblok erin.
Voor de spoortunnel Rotterdam werden ook twee stoombokken gebruikt van
Dirk Verstoep, ditmaal zelfs gelijktijdig. In de Koningshaven, naast
"de Hef", was er een bezig met het heien van grote buispalen. Er werd
een tien-tons Nilens gebruikt met een grote conische heimuts, een
indrukwekkend gezicht en gehoor. De andere was in de Nieuwe Maas bezig
met een Menckblok voor heien van damplanken en ook buispalen.
Omstreeks dezelfde tijd (rond 1990 was dat) was er nog een stoombok
bezig in de zuidwesthoek van de Waalhaven voor de bouw van een steiger.
Ook daar werd een Nilensblok gebruikt. Dit was voor mij de laatste
stomer die ik in werking heb gezien.
Ik nog wel meer vertellen over de heiwerken die ik heb meegemaakt (in
mijn stageperiodes heb ik nog moeten kalenderen) maar dat bewaar ik wel
voor later.
Ik heb van aantal van bovengenoemde werken flink wat kleurendia's
gemaakt....
|